Complexe CSRD- en duurzaamheidsterminologie uitgelegd
Klimaataanpassing verwijst naar de acties die worden ondernomen om om te gaan met de effecten van klimaatverandering, zowel huidige als verwachte. Het omvat het aanpassen aan het veranderende klimaat en de gevolgen daarvan.
Acties zijn plannen en beslissingen van een organisatie om doelen te bereiken en klimaatgerelateerde impacten, risico's en kansen aan te pakken. Dit omvat het toewijzen van middelen zoals geld, mensen en technologie ter ondersteuning van deze plannen.
Individuen of entiteiten in de toeleveringsketen. Neerwaartse actoren ontvangen producten of diensten van een bedrijf, terwijl opwaartse actoren producten of diensten leveren die in het productieproces van het bedrijf worden gebruikt.
Een eerlijk loon dat voldoet aan de behoeften van de werknemer en zijn gezin, rekening houdend met de economische en sociale omstandigheden van het land.
De hoogste besluitvormingsorganen in een organisatie, inclusief commissies. Als er geen leden zijn van de administratieve, management- of toezichtsorganen, moeten de CEO en plaatsvervangend CEO (indien van toepassing) worden opgenomen. In sommige gevallen hebben governance-systemen twee lagen, met gescheiden toezicht en management.
Afval verwijst naar elk materiaal dat wordt weggegooid of gepland is om weg te gooien, inclusief zowel vaste als vloeibare stoffen.
Afvalbeheer verwijst naar het totale proces van het inzamelen, transporteren, terugwinnen en verwijderen van afval, evenals het toezicht houden op deze operaties en het zorgen voor de juiste verzorging van stortplaatsen. Het omvat ook activiteiten als handelaar of makelaar.
De prioriteitsvolgorde voor afvalpreventie en -beheer is: preventie, voorbereiding voor hergebruik, recycling, andere terugwinning (zoals energieterugwinning), en verwijdering.
Afvalwater verwijst naar water dat niet langer nuttig is voor het beoogde doel vanwege de kwaliteit, kwantiteit of timing. Het kan hergebruikt worden door een andere gebruiker, maar koelwater wordt niet als afvalwater geclassificeerd.
De gereedheid van een bedrijf om een externe controle op zijn duurzaamheidsrapportage te ondergaan.
Een rapport gecreëerd onder Richtlijn 2010/75/EU dat informatie biedt over industriële emissies, gebruikte technieken, consumptieniveaus en opkomende technieken. Het houdt rekening met criteria vermeld in bijlage III van de richtlijn.
Soorten die risico lopen op uitsterven, zowel planten als dieren, die zijn opgenomen in de Europese Rode Lijst of de IUCN Rode Lijst, zoals vermeld in Sectie 7 van Bijlage II bij de Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 van de Commissie.
Bedrijfscultuur is de uitdrukking van doelen via gedeelde waarden en overtuigingen. Het leidt activiteiten door aannames, normen en gedragscodes.
Wereldwijde Belangrijke Biodiversiteitsgebieden (KBA's) zijn locaties die een cruciale rol spelen in het behouden van biodiversiteit in verschillende ecosystemen. Deze plekken worden geïdentificeerd op basis van 11 criteria, waaronder bedreigde biodiversiteit, ecologische integriteit en onvervangbaarheid. De Wereld Database van KBA's wordt beheerd door BirdLife International.
Een beleid is een geheel van doelstellingen en principes die de besluitvorming in een organisatie sturen. Het wordt uitgevoerd om duurzaamheidskwesties aan te pakken en wordt beheerd door specifieke individuen. Beleid wordt gevalideerd en herzien volgens governance-regels en uitgevoerd via actieplannen.
Een aangewezen gebied, wettelijk beschermd, beheerd en gericht op het behoud van natuur, ecosysteemdiensten en culturele waarden voor de toekomst.
Het emissieniveau verbonden aan BAT is het gemiddelde emissiebereik dat wordt bereikt met de beste beschikbare technieken (BAT) tijdens normale operaties. Het wordt gemeten over een specifieke periode en onder gedefinieerde referentieomstandigheden.
De term "beste beschikbare technieken" verwijst naar de meest effectieve en geavanceerde methoden van operatie en technologie die worden gebruikt in activiteiten om emissies te verminderen en de milieubelasting te minimaliseren. Deze technieken moeten economisch en technisch haalbaar zijn en toegankelijk voor exploitanten.
Het totale bedrag van geld en voordelen dat een werknemer van zijn werkgever ontvangt, inclusief eventuele aanvullende of variabele componenten. Betalingsniveau verwijst naar het jaarlijkse en uurloon, terwijl mediaan betalingsniveau het bedrag is dat de helft van de werknemers meer verdient dan en de andere helft minder.
Betrokkenheid van belanghebbenden is een continu proces waarbij de onderneming actief luistert naar, begrijpt en inspeelt op de interesses en zorgen van betrokkenen, wat effectieve communicatie en samenwerking bevordert.
Bevestigde incidenten van kinderarbeid, gedwongen arbeid of mensenhandel die waar zijn gebleken. Exclusief incidenten die nog onderzocht worden tijdens de rapportageperiode.
Bevestigde incidenten van corruptie of omkoping die bewezen zijn, exclusief die nog in onderzoek zijn. De vaststelling van gegronde gevallen kan worden gedaan door een compliance officer of autoriteit, zonder dat een rechterlijke uitspraak vereist is.
Beschermde zones zoals Natura 2000, UNESCO-werelderfgoedlocaties en Key Biodiversity Areas (KBAs) zijn gedefinieerd in Verordening (EU) 2021/2139. Onder CSRD en EUDR moeten bedrijven hun impact op deze gebieden beoordelen en openbaar maken, inclusief interacties in de waardeketen en geospatiale traceerbaarheid.
Biodiversiteit verwijst naar de diversiteit van levende organismen in verschillende ecosystemen, inclusief genetische, fysieke en functionele variaties. Het omvat ook veranderingen in populatie en distributie in de loop van de tijd en ruimte binnen en tussen soorten, gemeenschappen en ecosystemen.
De blauwe economie omvat industrieën en sectoren die verbonden zijn met oceanen, zeeën en kusten, zowel in de mariene omgeving (zoals scheepvaart en visserij) als op het land (zoals havens en kusttoerisme).
Bodem is de bovenste laag van de aardkorst, die mineralen, organisch materiaal, water, lucht en levende organismen bevat. Het ligt tussen het moedergesteente en het oppervlak.
Bodemaantasting verwijst naar de afname in het vermogen van de bodem om te voldoen aan de behoeften van zijn gebruikers door essentiële bronnen en functies te bieden.
Bodemafdichting verwijst naar het bedekken van grond op een manier die voorkomt dat water het kan penetreren, zoals bij een weg. Dit kan negatieve milieueffecten hebben, zoals uiteengezet in Verordening (EU) 2018/2026 van de EU.
Bodemverontreiniging verwijst naar de introductie van schadelijke stoffen, trillingen, warmte of lawaai in de bodem door menselijke activiteiten. Dit kan schade toebrengen aan de menselijke gezondheid, het milieu, eigendommen, en het gebruik van het milieu belemmeren. Bodemverontreinigende stoffen omvatten anorganische en organische verbindingen, pesticiden, en stikstof- en fosforverbindingen.
De in Deel 2 van Bijlage V van Verordening (EU) 2018/1999 genoemde gassen omvatten CO2, CH4, N2O, SF6, NF3, HFK's en PFK's. Deze gassen dragen bij aan klimaatverandering en worden gereguleerd door het Europees Parlement en de Raad.
Het proces van het omzetten van middelen in resultaten om de doelen van een bedrijf te bereiken en waarde te genereren op de korte, middellange en lange termijn. Er wordt erkend dat bedrijven meerdere businessmodellen kunnen hebben.
CBAM staat voor Carbon Border Adjustment Mechanism. Het is een EU-klimaatbeleid dat een koolstofprijs oplegt aan geïmporteerde goederen zoals staal, aluminium en cement.
Een CO2-voetafdruk verwijst naar de totale hoeveelheid broeikasgasemissies die direct of indirect worden geproduceerd door een individu, organisatie, evenement of product gedurende de hele levenscyclus.
CSRD staat voor Corporate Sustainability Reporting Directive. Het is een EU-klimaatregelgeving die veel bedrijven verplicht om verslag uit te brengen over hun milieu- en sociale impact.
Een carbon credit is een verhandelbare eenheid die één metrische ton CO2eq emissiereductie of -verwijdering vertegenwoordigt, uitgegeven en geverifieerd volgens erkende kwaliteitsnormen.
Een strategie die wordt gebruikt om broeikasgas (BKG) emissies te compenseren door activiteiten te financieren die een equivalent aantal emissies verwijderen of voorkomen, meestal via geverifieerde koolstofkredieten.
Recirculatie omvat strategieën zoals onderhoud, hergebruik, renovatie en recycling om de levensduur van materialen te verlengen en afval te verminderen. Het gebruikspercentage meet het aandeel van materialen dat opnieuw wordt gebruikt in vergelijking met het totale materialenverbruik.
Een duurzaam economisch systeem dat erop gericht is het gebruik van producten en middelen te maximaliseren, afval en de uitstoot van schadelijke stoffen te minimaliseren, en de milieueffecten gedurende hun hele levenscyclus te verminderen.
De Europese circulaire economie principes omvatten bruikbaarheid, herbruikbaarheid, repareerbaarheid, demontage, herfabricage, recycling, recirculatie in de biologische cyclus, en andere potentiële optimalisatie van product- en materiaalgebruik.
Collectieve onderhandelingen verwijzen naar onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden of werknemersvertegenwoordigers om arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden vast te stellen en om relaties tussen werkgevers en werknemers of hun organisaties te reguleren.
Een document met informatie over beste beschikbare technieken, hun beschrijving, emissieniveaus, milieuprestatieniveaus, benchmarks voor milieubeheersystemen, monitoring, consumptieniveaus en saneringsmaatregelen voor locaties.
Consumenten zijn mensen die producten kopen en gebruiken voor persoonlijk gebruik, niet voor verkoop of zakelijke doeleinden.
Corruptie verwijst naar het misbruik van macht voor persoonlijk gewin, waarbij praktijken zoals omkoping, fraude en witwassen van geld betrokken zijn. Het omvat het aanbieden of ontvangen van geschenken, leningen of beloningen om oneerlijke of illegale acties te beïnvloeden, wat kan bestaan uit geld, goederen of diensten.
Het staat voor Doe geen aanzienlijk nadeel. Het is een vereiste onder de EU Taxonomie die ervoor zorgt dat economische activiteiten geen negatieve invloed hebben op andere milieu- of sociale doelen.
Mitigatieacties omvatten energie-efficiëntie, elektrificatie, brandstofwisseling, gebruik van hernieuwbare energie, productverandering en keten-decarbonisatie, afgestemd op specifieke ondernemingen.
Decarbonisatie is het proces van het verminderen van koolstofdioxide (CO2) en andere broeikasgas (BKG) emissies om een significante vermindering van de ecologische voetafdruk van een industrie, sector of de gehele economie te bereiken.
Chronische menselijke invloeden veroorzaken verlies van biodiversiteit en verstoren de structuur, samenstelling en functionaliteit van ecosystemen.
De afhankelijkheid van een bedrijf van natuurlijke, menselijke en sociale middelen voor zijn operaties.
Ophoping verwijst naar de opbouw van stoffen in het milieu, of het nu gaat om reguliere activiteiten, incidenten, of verwijderingen. Dit kan plaatsvinden op de productielocatie of elders.
Landdegradatie in droge regio's veroorzaakt door klimaatverandering en menselijke acties. Desertificatie sluit de natuurlijke groei van woestijnen uit.
Afvoer van afvalwater verwijst naar de lozing van water of stoffen in een waterlichaam vanuit een specifieke of algemene bron. Riooleffluent is het behandelde rioolwater dat wordt geloosd vanuit een rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Discriminatie kan direct of indirect zijn. Directe discriminatie is wanneer iemand oneerlijk wordt behandeld vanwege een specifieke eigenschap, terwijl indirecte discriminatie is wanneer een ogenschijnlijk neutrale regel een persoon of groep benadeelt in vergelijking met anderen.
Doelen zijn specifieke, tijdgebonden doelen die een bedrijf of organisatie stelt om materiële impacten, risico's of kansen aan te pakken. Ze kunnen vrijwillig of wettelijk vereist zijn.
Een kernbegrip van CSRD dat vereist dat bedrijven beoordelen hoe hun activiteiten mensen en het milieu beïnvloeden (impactmaterialiteit), en hoe duurzaamheidskwesties de bedrijfsresultaten, risico's of kansen beïnvloeden (financiële materialiteit). Een onderwerp is materieel als het aan één van de drempels voldoet.
Beoordeling om uit te vinden welke duurzaamheidsonderwerpen in rapporten moeten worden opgenomen.
ESG-factoren, die duurzaamheidsfactoren zoals gedefinieerd in EU-verordening 2019/2088 omvatten, omvatten milieu-, sociale, mensenrechten- en governanceoverwegingen.
Veerkracht verwijst naar het vermogen van een product, component of materiaal om zijn functionaliteit en relevantie te behouden wanneer het wordt gebruikt zoals bedoeld.
De impact van een activiteit of bedrijf op het milieu en mensen, inclusief hun mensenrechten. Het kan positief of negatief zijn, kort of langetermijn, bedoeld of onbedoeld, en omkeerbaar of onomkeerbaar, en toont de bijdrage aan duurzame ontwikkeling.
Duurzaamheidsgerelateerde kansen verwijzen naar onzekere gebeurtenissen of omstandigheden die een positieve impact kunnen hebben op het bedrijfsmodel, de strategie, doelen en waardecreatie van een bedrijf. Deze kansen worden beoordeeld op basis van hun potentiële impact en waarschijnlijkheid van optreden.
Duurzaamheidsgerelateerde risico's verwijzen naar onzekere gebeurtenissen of omstandigheden die een negatieve impact kunnen hebben op het bedrijfsmodel, de strategie, doelen en het vermogen van een bedrijf om waarde te creëren. Deze risico's beïnvloeden de besluitvorming en zakelijke relaties en worden bepaald door de omvang en waarschijnlijkheid van hun impact.
Dit deel van het beheersverslag presenteert informatie over duurzaamheidskwesties volgens de richtlijnen van Richtlijn 2013/34/EU en de ESRS.
Dwangarbeid verwijst naar elk werk of dienst dat van iemand wordt geëist onder dreiging van straf, zonder hun vrijwillige instemming. Het omvat zowel historische als moderne vormen van dwang, zoals mensenhandel en moderne slavernij.
ESG staat voor Environmental, Social en Governance. Het is een acroniem dat vaak wordt gebruikt om te verwijzen naar een reeks criteria of factoren die worden gebruikt om de duurzaamheid en ethische impact van de bedrijfsvoering van een organisatie te evalueren.
De ESRS, ontwikkeld door EFRAG, staat voor European Sustainability Reporting Standards. ESRS biedt de gedetailleerde rapportagevereisten onder de CSRD, het omvat milieugerelateerde, sociale en governance (ESG) onderwerpen en helpt bedrijven hun duurzaamheidsverslagen te structureren met een materialiteitsgerichte benadering.
De EU-Taxonomieverordening is een regelgevend kader geïntroduceerd door de Europese Unie (EU) om een classificatiesysteem voor duurzame economische activiteiten op te zetten.
Verhandelbare vergunningen onder het EU-emissierechtensysteem (EU ETS), een plafond-en-handelsprogramma voor gereguleerde sectoren. Eén EUA stelt een bedrijf in staat om één ton CO₂-equivalent uit te stoten.
De EUDR staat voor EU Ontbossingsverordening, een nieuwe wet die ervoor zorgt dat bepaalde grondstoffen die op de EU-markt worden geplaatst of geëxporteerd, ontbossingsvrij zijn. Dit betekent dat bedrijven moeten garanderen dat hun producten na 31 december 2020 niet in verband worden gebracht met ontbossing of bosdegradatie en dat ze voldoen aan de lokale wetten in hun herkomstlanden.
Ook wel primaire producten of primaire goederen genoemd, kunnen zowel voor productie als consumptie worden verkocht, altijd zoals ze in de natuur zijn gevonden.
Verplichte verklaring onder de EUDR die bevestigt dat een product ontbossingsvrij en legaal geproduceerd is, ondersteund door verifieerbare gegevens over geolocatie, documentatie van de toeleveringsketen en risicobeoordelingen.
Centraal onderdeel van de EUDR, een bedrijf dat gereguleerde producten naar of vanuit de EU plaatst of exporteert, moet zijn toeleveringsketen kunnen traceren, risico's van ontbossing of illegaliteit inschatten en deze risico's beperken voordat goederen de markt kunnen betreden.
Onder de EUDR zijn exploitanten alle bedrijven die gereguleerde producten op de EU-markt plaatsen of buiten de EU exporteren.
Onder de EUDR zijn handelaren alle bedrijven die gereguleerde producten kopen en verkopen die al op de EU-markt zijn geplaatst.
Ecologische drempel is het kantelpunt waar een lichte wijziging in externe factoren een plotselinge transformatie in een ecosysteem veroorzaakt. Eens overschreden kan het ecosysteem zijn vermogen om te herstellen door zijn natuurlijke veerkracht verliezen.
Ecosysteemasset verwijst naar de omvang van een specifiek type ecosysteem, dat zowel levende als niet-levende componenten en hun interacties binnen een ononderbroken ruimte omvat.
Een ecosysteem is een dynamisch systeem waar planten, dieren, micro-organismen en hun omgeving samenwerken. De IUCN Global Ecosystem Typology 2.0 categoriseert verschillende typen ecosystemen.
Ecosysteemdiensten verwijzen naar de voordelen die ecosystemen aan mensen bieden. Deze voordelen kunnen worden gecategoriseerd in ondersteunende, regulerende, leverende en culturele diensten. De Common International Classification of Ecosystem Services (CICES) classificeert verschillende typen ecosysteemdiensten.
Werknemers zijn individuen in een arbeidsrelatie met een bedrijf. Niet-werknemers kunnen zelfstandige opdrachtnemers zijn of personen die geleverd worden door bedrijven die zich bezighouden met arbeidsbemiddelingsactiviteiten.
Individuen die uiteindelijk een bepaald product of dienst gebruiken of bedoeld zijn om te gebruiken. Onder ESRS S4 worden eindgebruikers beschouwd met betrekking tot productveiligheid, toegankelijkheid en sociale impact, vooral waar producten de rechten, het welzijn of kwetsbare groepen kunnen beïnvloeden.
Emissies verwijzen naar de uitstoot van stoffen, trillingen, warmte of geluid in de lucht, het water of de bodem vanuit verschillende bronnen, direct of indirect.
Kwaliteitsnormen voor koolstofkredieten zorgen ervoor dat ze verifieerbaar zijn door onafhankelijke derden, beschikken over publiekelijk beschikbare eisen en projectrapporten, en voldoen aan criteria zoals additionaliteit, permanentie, het vermijden van dubbel tellen en regels voor het berekenen, monitoren en verifiëren van broeikasgasemissies en verwijderingen.
Invloeden op de financiële status, prestaties en kasstroom van een bedrijf als gevolg van risico's en kansen, optredend op de korte, middellange of lange termijn.
Zoals gedefinieerd door de CSRD en ESRS is een kwestie financieel materieel als het de toekomstige winstgevendheid van een bedrijf beïnvloedt. Dit omvat factoren zoals opwarming van de aarde, uitdagingen in de toeleveringsketen en toekomstige regelgeving.
Niet-hernieuwbare koolstofgebaseerde energiebronnen omvatten vaste brandstoffen, aardgas en olie. Deze bronnen dragen bij aan klimaatverandering en zijn op de lange termijn niet duurzaam.
De afstemming tussen verschillende standaarden voor duurzaamheidsrapportage, zoals CSRD en VSME, die bedrijven in staat stelt om zonder dubbele inspanningen van kader te wisselen.
Grondwater en oppervlaktewater hebben een laag zoutgehalte van minder dan 0,5 ‰, wat de maximale limiet is volgens Bijlage II van de Kaderrichtlijn Water.
Natuurgerelateerde fysieke risico's ontstaan door de afhankelijkheid van een organisatie van natuurlijke systemen en ecosysteemdiensten. Deze risico's treden op wanneer natuurlijke systemen worden aangetast, wat leidt tot veranderingen in de ecosysteemomstandigheden waar organisaties van afhankelijk zijn. Ze worden vaak geassocieerd met klimaatgerelateerde risico's.
Antropogene verwijderingen zijn bewuste acties van mensen om broeikasgassen (BKG's) uit de atmosfeer te halen. Dit kan door het versterken van CO2-opvangplaatsen en het gebruik van chemische technologieën voor langdurige opslag. Koolstofafvang en -opslag (CCS) kan CO2 verwijderen als het gecombineerd wordt met bio-energieproductie. Omkeringen treden op wanneer opgeslagen BKG's opnieuw in de atmosfeer vrijkomen, bijvoorbeeld als een bos dat CO2 moest vastleggen door een natuurbrand wordt vernietigd.
Emissiereducties verwijzen naar een afname in broeikasgasemissies door een bedrijf of organisatie. Dit kan worden bereikt via verschillende middelen zoals energie-efficiëntie, decarbonisatie van leveranciers, of veranderingen in activiteiten. Verwijderingen en vermeden emissies worden niet als emissiereducties beschouwd.
Een stroomgebied is een gebied waar verschillende factoren ervoor kunnen zorgen dat waterlichamen verontreinigd raken of in kwaliteit afnemen, wat leidt tot problemen met waterbeschikbaarheid, toegankelijkheid en betaalbaarheid voor gemeenschappen en faciliteiten.
Regio's met hoge of extreem hoge waterverbruikscijfers kun je identificeren met de Aqueduct Water Risk Atlas tool van het World Resources Institute (WRI).
Belangrijke gebruikers van duurzaamheidsverklaringen zijn onder andere investeerders, kredietverstrekkers, schuldeisers, vermogensbeheerders, verzekeringsmaatschappijen, zakenpartners, vakbonden, maatschappelijke organisaties, overheden, analisten, en academici.
EU-geclassificeerde informatie verwijst naar informatie die geclassificeerd en beschermd is volgens de veiligheidsregels zoals uiteengezet in Raadsbesluit 2013/488/EU, of geclassificeerd door een Lidstaat en dienovereenkomstig gemarkeerd.
Gelijke behandeling is een principe in de Europese wetgeving dat vereist dat vergelijkbare situaties of partijen op dezelfde manier behandeld worden. In de context van ESRS S1 betekent het ook geen discriminatie op basis van factoren zoals geslacht, ras, religie, handicap of seksuele geaardheid.
Zorgen voor eerlijke en inclusieve toegang tot onderwijs, werk en macht, ongeacht geslacht, ras, nationaliteit, religie, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, zonder enige vorm van discriminatie.
Ervaren individuen die samenwerken met belanghebbenden uit specifieke regio's of contexten, zoals vrouwelijke arbeiders, inheemse volkeren of migrantenarbeiders. Ze kunnen hun zorgen effectief communiceren, met behulp van NGO's, vakbonden, maatschappelijke organisaties en op geloof gebaseerde organisaties.
Hulpmaterialen gebruikt in de productie, zoals smeermiddelen voor machines, die noodzakelijk zijn voor het productieproces maar geen deel uitmaken van het eindproduct.
Mensen of groepen wiens leven of inkomsten worden beïnvloed door de activiteiten of waardeketen van een bedrijf. Dit omvat lokale gemeenschappen en inheemse volkeren, vooral waar zakelijke activiteiten milieuschade, ontheemding of negatieve sociale gevolgen veroorzaken.
Afval met een of meer gevaarlijke kenmerken zoals gespecificeerd in bijlage III van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad over afval.
Gevoelige informatie verwijst naar gegevens die beschermd zijn onder Verordening (EU) 2021/697 van het Europees Parlement en de Raad, die het Europees Defensiefonds opricht.
Het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) is een wereldwijd erkend en breed geaccepteerd kader voor emissieboekhouding, ontwikkeld.