Daling van de Scope 1, 2, 3 of totale broeikasgasemissies van de onderneming aan het einde van de verslagperiode, vergeleken met de emissies in het basisjaar. Emissiereducties kunnen onder andere voortkomen uit energie-efficiëntie, elektrificatie, decarbonisatie van leveranciers, decarbonisatie van de elektriciteitsmix, de ontwikkeling van duurzame producten of veranderingen in rapportagegrenzen of activiteiten (bijv. uitbesteding, verminderde capaciteiten), mits ze binnen de eigen operaties en de op- en neerwaartse waardeketen van de onderneming worden bereikt. Verwijderingen en vermeden emissies worden niet als emissiereducties meegeteld.