Grondwater en oppervlaktewater, met een gemiddelde jaarlijkse zoutgehalte van < 0,5 ‰ (d.w.z. de limiet genoemd in Bijlage II van de Kaderrichtlijn Water).
Grondwater en oppervlaktewater, met een gemiddelde jaarlijkse zoutgehalte van < 0,5 ‰ (d.w.z. de limiet genoemd in Bijlage II van de Kaderrichtlijn Water).
Binnenwateren, overgangswaters en kustwaters zijn inbegrepen in de definitie, behalve grondwater. Echter, bij het beoordelen van de chemische status worden territoriale wateren ook meegenomen.
Learn moreGrondwater is het water dat zich onder het aardoppervlak in de verzadigingszone bevindt en direct in contact staat met de grond of ondergrond.
Learn moreWater en afvalwater dat hergebruikt of gerecycled is binnen een faciliteit of gedeeld met andere ondernemingen om de watervraag te verminderen en lozingen te minimaliseren. Kan worden gebruikt in hetzelfde proces of in verschillende processen binnen dezelfde faciliteit of andere faciliteiten van de onderneming.
Learn moreOphoping verwijst naar de opbouw van stoffen in het milieu, of het nu gaat om reguliere activiteiten, incidenten, of verwijderingen. Dit kan plaatsvinden op de productielocatie of elders.
Learn more