
Disclaimer: Latest EUDR developments
On 21 October, the European Commission proposed targeted changes to the EU Deforestation Regulation (EUDR). These adjustments aim to make the rollout smoother without changing the regulation’s overall goals.
Key points from the proposal:
We're closely monitoring the development and will update our content accordingly. In the meantime, read the full explainer here.
Elk bedrijf laat een voetafdruk achter. Sommigen weten hoe groot die is, anderen ontdekken het op de harde manier. In 2024 meldde 43% van de Europese middelgrote bedrijven aanzienlijke investeringen in decarbonisatie, waarbij meer dan de helft het al ziet als een manier om kosten te besparen en marktaandeel te winnen.
Maar compliance is net zo urgent. Met nieuwe EU-regels zoals de CSRD, CBAM en EUDR die van kracht worden, staan bedrijven onder toenemende druk om duurzaamheidsclaims te onderbouwen met geverifieerde koolstofgegevens, anders riskeren ze boetes, verstoring van de toeleveringsketen en zelfs uitsluiting van belangrijke markten.
En de druk komt niet alleen van regelgevers: 84% van de consumenten zegt dat ze merken met slechte milieuprestaties zullen vermijden. Het meten van je voetafdruk wordt snel de basis voor het behouden van concurrentievermogen in Europa.
Waar begin je? Deze gids legt stap voor stap uit hoe je de CO2-voetafdruk van je bedrijf kunt meten, inclusief Scope 1, 2 en 3 emissies. We behandelen de basis van het GHG Protocol en ESRS E1, welke gegevens je moet verzamelen en enkele praktische voorbeelden om je te helpen een voetafdruk te bouwen die audit-proof en nuttig is voor je bedrijf.
Het meten van een CO2-voetafdruk betekent het berekenen van alle broeikasgasemissies (GHG) die verband houden met je bedrijf, zowel van je eigen activiteiten als in je bredere waardeketen.
Om resultaten consistent en vergelijkbaar te maken, volgen bedrijven doorgaans de GHG Protocol Corporate Standard, die ook de basis vormt voor de nieuwe ESRS E1 klimaatrapportage regels van de EU.
Emissies worden gegroepeerd in drie categorieën, bekend als scopes:
Waarom is dit belangrijk? Een complete voetafdruk is de basis voor compliance en actie. Onder de EU's CSRD moeten bedrijven geauditeerde emissiegegevens hebben over alle drie de scopes.
Het Science Based Targets initiative (SBTi) vereist ook een basisvoetafdruk voordat net-zero doelen worden gesteld. En naast compliance zijn de cijfers wat je in staat stelt om emissie-hotspots te identificeren, prioriteiten te stellen voor reducties en voortgang in de tijd bij te houden.
{{custom-cta}}
Voordat emissies worden berekend, moeten bedrijven duidelijke grenzen stellen. De GHG Protocol Corporate Standard vereist dat organisaties beslissen over vier belangrijke elementen:
Het is nu ook best practice om ervoor te zorgen dat je in lijn bent met ESRS E1 (voor CSRD-compliance in de EU) en de SBTi, zodat de gegevens die je verzamelt kunnen worden gebruikt voor zowel regelgevende rapportage als doelstellingen.
Onze gids over het creëren van je eerste koolstofreductieplan in 5 stappen legt uit hoe je een basisvoetafdruk kunt omzetten in zinvolle doelen en reductiestrategieën.
Scope 1-emissies omvatten directe emissies van bronnen die je bezit of controleert (bijv. ketels, generatoren op locatie, bedrijfsvoertuigen) plus vluchtige emissies (bijv. koelmiddellekken).
Stationaire verbranding (aardgas, stookolie), mobiele verbranding (bedrijfsauto's, bestelwagens, machines), procesemissies en koelmiddelen (HVAC, koeling).
Gebruik de best beschikbare, actuele factoren die CO₂, CH₄ en N₂O omvatten: leverancier-specifiek indien beschikbaar; anders nationale/autoritieve bibliotheken (bijv. UK Government GHG Conversion Factors, IEA, EPA/EEA). Voor koelmiddelen, converteer kg × GWP100 naar CO₂e (gebruik de GWP-set die vereist is door je rapportagekader).
Voor verbranding:
Voor koelmiddelen:
Leg gegevensbronnen vast, bron en jaargang van factoren, eenheidsconversies en eventuele aannames. Bewaar meter-/factuurextracten en onderhoudslogboeken.
Scope 2-emissies omvatten indirecte emissies van ingekochte energie: voornamelijk elektriciteit, stoom, verwarming en koeling die je operaties verbruiken. Volgens de GHG Protocol Scope 2 Guidance moeten bedrijven emissies rapporteren met twee methoden:
Om Scope 2 stap voor stap te meten:
Voor bedrijven die net beginnen, bieden locatiegebaseerde gegevens een betrouwbare basislijn, terwijl marktgebaseerde rapportage helpt de impact van hernieuwbare energieaankopen aan te tonen. Je kunt meer leren over praktische meetmethoden in onze gids over hoe je CO2-uitstoot voor bedrijven meet.
Scope 3-emissies zijn alle indirecte emissies die plaatsvinden in de waardeketen van een bedrijf. Het GHG Protocol verdeelt deze in 15 categorieën, variërend van ingekochte goederen en diensten tot zakenreizen, logistiek, investeringen en afvalverwerking (zie Figuur 1 hierboven).
Voor de meeste organisaties vormen deze emissies verreweg het grootste deel van de voetafdruk. McKinsey schat dat ze meestal ongeveer 90% van de totale emissies uitmaken.
Het proces is waar het meeste werk in een Scope 3-analyse zit. Volgens het GHG Protocol verloopt het meestal in vier stappen:

Bekijk alle 15 Scope 3-categorieën en identificeer welke relevant zijn voor je bedrijf. Materialiteit hangt af van branche, bedrijfsmodel en rapportagedoelen. Fabrikanten richten zich vaak op ingekochte goederen, logistiek en einde levensduur, terwijl financiële instellingen zich richten op gefinancierde emissies.
Voer een screening op hoog niveau uit met minder specifieke gegevens, zoals economische input-output (EEIO) factoren op basis van uitgaven. Dit helpt "hotspots" te lokaliseren en emissies over categorieën te schatten. Het doel is niet precisie maar richting: welke categorieën zijn waarschijnlijk de grootste bijdragers, vormen risico's of zijn belangrijk voor belanghebbenden.
Voor prioriteitscategorieën vervang je generieke schattingen door primaire gegevens. Dit omvat:
Leveranciersbetrokkenheid is vaak de meest arbeidsintensieve stap, maar ook de meest waardevolle.
Richt je eerst op de grootste en meest materiële categorieën. Verfijn in de loop van de tijd de dekking en gegevenskwaliteit door nauwkeurigere methoden toe te passen op grote uitstoters, risicovolle activiteiten of gebieden die gevoelig zijn voor belanghebbenden. Het proces is iteratief: bedrijven beginnen meestal met gegevens van lagere kwaliteit en verbeteren naarmate leveranciers en systemen volwassen worden.
Onze gids over de 4 grootste uitdagingen bij het meten van Scope 3-emissies beschrijft veelvoorkomende valkuilen, en we leggen uit waarom je grootste klanten nu verwachten dat je Scope 3-emissies rapporteert als je de groeiende zakelijke noodzaak wilt begrijpen.
Koolstofboekhouding is alleen zo sterk als de gegevens erachter. Om ervoor te zorgen dat je voetafdruk betrouwbaar en auditklaar is, moeten bedrijven drie dingen controleren:
Voor een diepere duik in het voorbereiden van datasets die auditors zullen accepteren, zie onze gids over het voorbereiden van je financiële gegevens voor koolstofboekhouding.
Het meten van emissies is slechts het startpunt. Zodra je een volledige inventaris hebt, wordt dit de basislijn voor het stellen van doelen en het volgen van voortgang:
Voor meer over de verschuiving van meting naar actie, zie onze gids over meer tijd besteden aan koolstofreductie (en minder aan gegevensproblemen), en ontdek negen praktische decarbonisatiemethoden om emissies in de toeleveringsketen te verminderen.
Voor veel bedrijven wordt handmatige gegevensverzameling en spreadsheets snel onhandelbaar, vooral wanneer Scope 3-categorieën en leveranciersgegevens betrokken zijn.
Platformen zoals Coolset stroomlijnen het proces door te combineren:

Vraag een gratis demo aan om te zien hoe Coolset vandaag nog je CO2-voetafdrukmeting kan stroomlijnen.
Scope 1 omvat directe emissies van bronnen die een bedrijf bezit of controleert, zoals brandstof die wordt verbrand in voertuigen of ketels. Scope 2 verwijst naar indirecte emissies van ingekochte energie zoals elektriciteit, stoom, verwarming of koeling.
Scope 3 omvat alle andere indirecte emissies in de waardeketen, van ingekochte goederen en logistiek tot woon-werkverkeer van werknemers en einde levensduur behandeling van producten.
De GHG Protocol Corporate Standard is de wereldwijde benchmark voor het definiëren en berekenen van emissies. In Europa moeten bedrijven die onder de CSRD vallen ook voldoen aan ESRS E1, terwijl degenen die net-zero of kortetermijndoelen stellen vaak de SBTi gebruiken voor geloofwaardigheid. Het volgen van deze kaders zorgt voor consistentie, vergelijkbaarheid en compliance.
Kleinere bedrijven kunnen beginnen met eenvoudige benaderingen, zoals het gebruik van activiteitsgegevens (bijv. brandstofgebruik of elektriciteitsrekeningen) voor Scope 1 en 2, en schattingen op basis van uitgaven voor Scope 3. Dit creëert een initiële voetafdruk die in de loop van de tijd kan worden verbeterd naarmate nauwkeurigere gegevens beschikbaar komen. Klein beginnen is beter dan wachten tot perfecte gegevens beschikbaar zijn.
Bedrijven moeten hun voetafdruk minimaal jaarlijks opnieuw berekenen om de voortgang jaar op jaar te volgen. Een herberekening is ook nodig wanneer er significante organisatorische veranderingen plaatsvinden, zoals overnames, desinvesteringen of grote verschuivingen in operaties. Dit zorgt ervoor dat de basislijn nauwkeurig en vergelijkbaar blijft.
Leveranciersspecifieke gegevens zijn cruciaal voor het verbeteren van de nauwkeurigheid van Scope 3-rapportage, vooral in categorieën zoals ingekochte goederen en logistiek waar generieke factoren vertekende resultaten kunnen geven.
Directe betrokkenheid van leveranciers stelt bedrijven in staat om verder te gaan dan schattingen en de werkelijke impact van hun toeleveringsketen vast te leggen. In de loop van de tijd helpt deze samenwerking om emissies in de waardeketen te verminderen.
Get practical, usable methods you can apply right away






Ask our sustainability experts how to integrate your financial data in our platform today.
