Elk bedrijf laat een voetafdruk achter. Sommigen weten hoe groot die is, anderen ontdekken het op de harde manier. In 2024 meldde 43% van de Europese MKB-bedrijven aanzienlijke investeringen in decarbonisatie, waarbij meer dan de helft het al beschouwt als een manier om kosten te besparen en marktaandeel te winnen.
Maar compliance is net zo urgent. Met nieuwe EU-regels zoals de CSRD, CBAM en EUDR die van kracht worden, staan bedrijven onder toenemende druk om duurzaamheidsclaims te onderbouwen met geverifieerde koolstofdata, anders riskeren ze boetes, verstoring van de toeleveringsketen en zelfs uitsluiting van belangrijke markten.
En de druk komt niet alleen van regelgevers: 84% van de consumenten zegt dat ze merken met slechte milieuprestaties zullen vermijden. Het meten van je voetafdruk wordt snel de basis voor concurrentie in Europa.
Waar begin je? Deze gids legt stap voor stap uit hoe je de CO2-voetafdruk van je bedrijf meet, inclusief Scope 1, 2 en 3 emissies. We lopen door de basis van het GHG Protocol en ESRS E1, welke data je moet verzamelen en enkele praktische voorbeelden om je te helpen een voetafdruk te bouwen die klaar is voor audit en nuttig is voor je bedrijf.
Het meten van een CO2-voetafdruk betekent het berekenen van alle broeikasgasemissies (GHG) die verband houden met je bedrijf, zowel vanuit je eigen activiteiten als in je bredere waardeketen.
Om resultaten consistent en vergelijkbaar te maken, volgen bedrijven doorgaans de GHG Protocol Corporate Standard, die ook de basis vormt voor de nieuwe ESRS E1 klimaatrapportage regels van de EU.
Emissies worden gegroepeerd in drie categorieën, bekend als scopes:
Waarom is dit belangrijk? Een complete voetafdruk is de basis voor compliance en actie. Onder de EU's CSRD hebben bedrijven geauditeerde emissiegegevens nodig over alle drie de scopes.
Het Science Based Targets initiatief (SBTi) vereist ook een basisvoetafdruk voordat netto-nul doelen worden gesteld. En naast compliance zijn de cijfers wat je in staat stelt om emissie hotspots te identificeren, reducties te prioriteren en de voortgang in de tijd te volgen.
{{custom-cta}}
Voordat emissies worden berekend, moeten bedrijven duidelijke grenzen stellen. De GHG Protocol Corporate Standard vereist dat organisaties beslissen over vier belangrijke elementen:
Het is nu ook best practice om ervoor te zorgen dat je in lijn bent met ESRS E1 (voor CSRD compliance in de EU) en de SBTi, zodat de gegevens die je verzamelt kunnen worden gebruikt voor zowel regelgevende rapportage als doelstelling.
Onze gids over het maken van je eerste koolstofreductieplan in 5 stappen legt uit hoe je een basisvoetafdruk omzet in betekenisvolle doelen en reductiestrategieën.
Scope 1 emissies omvatten directe emissies van bronnen die je bezit of controleert (bijv. ketels, generatoren op locatie, bedrijfsvoertuigen) plus vluchtige emissies (bijv. koelmiddellekken).
Stationaire verbranding (aardgas, stookolie), mobiele verbranding (bedrijfsauto's, busjes, installaties), procesemissies en koelmiddelen (HVAC, koeling).
Gebruik de best beschikbare, actuele factoren die CO₂, CH₄ en N₂O omvatten: leverancier-specifiek indien beschikbaar; anders nationale/autoritieve bibliotheken (bijv. UK Government GHG Conversion Factors, IEA, EPA/EEA). Voor koelmiddelen, converteer kg × GWP100 naar CO₂e (gebruik de GWP set vereist door je rapportagekader).
Voor verbranding:
Voor koelmiddelen:
Leg gegevensbronnen, factorbronnen en vintage (jaar), eenheidsconversies en eventuele aannames vast. Bewaar meter-/factuurextracten en onderhoudslogboeken.
Scope 2-emissies omvatten indirecte emissies van ingekochte energie: voornamelijk elektriciteit, stoom, verwarming en koeling die door je activiteiten worden verbruikt. Volgens de GHG Protocol Scope 2 Guidance moeten bedrijven emissies rapporteren met twee methoden:
Om Scope 2 stapsgewijs te meten:
Voor bedrijven die net beginnen, bieden locatiegebaseerde gegevens een betrouwbare basislijn, terwijl marktgebaseerde rapportage helpt de impact van hernieuwbare energieaankopen aan te tonen. Je kunt meer leren over praktische meetmethoden in onze gids over hoe je de CO2-uitstoot voor bedrijven meet.
Scope 3-emissies zijn alle indirecte emissies die plaatsvinden in de waardeketen van een bedrijf. Het GHG Protocol verdeelt deze in 15 categorieën, variërend van ingekochte goederen en diensten tot zakenreizen, logistiek, investeringen en afvalverwerking (zie Figuur 1 hierboven).
Voor de meeste organisaties vormen deze emissies veruit het grootste deel van de voetafdruk. In feite schat McKinsey dat ze meestal ongeveer 90% van de totale emissies uitmaken.
Het proces is waar de meeste inspanning in een Scope 3-beoordeling ligt. Volgens het GHG Protocol verloopt het meestal in vier stappen:
Bekijk alle 15 Scope 3-categorieën en identificeer welke relevant zijn voor je bedrijf. Materialiteit hangt af van branche, bedrijfsmodel en rapportagedoelen. Fabrikanten richten zich bijvoorbeeld vaak op ingekochte goederen, logistiek en end-of-life, terwijl financiële instellingen zich richten op gefinancierde emissies.
Voer een screening op hoog niveau uit met minder specifieke gegevens, zoals op uitgaven gebaseerde economische input-output (EEIO) factoren. Dit helpt "hotspots" te lokaliseren en emissies over categorieën te schatten. Het doel is niet precisie maar richting: welke categorieën waarschijnlijk de grootste bijdragers zijn, risico's vormen of het belangrijkst zijn voor belanghebbenden.
Voor prioriteitscategorieën vervang je generieke schattingen door primaire gegevens. Dit omvat:
Leveranciersbetrokkenheid is vaak de meest arbeidsintensieve stap, maar ook de meest waardevolle.
Richt je eerst op de grootste en meest materiële categorieën. Verfijn in de loop van de tijd de dekking en gegevenskwaliteit door nauwkeurigere methoden toe te passen op grote uitstoters, risicovolle activiteiten of stakeholdergevoelige gebieden. Het proces is iteratief: bedrijven beginnen meestal met gegevens van lagere kwaliteit en verbeteren naarmate leveranciers en systemen volwassen worden.
Onze gids over de 4 grootste uitdagingen bij het meten van Scope 3-emissies beschrijft veelvoorkomende valkuilen, en we leggen uit waarom je grootste klanten nu verwachten dat je Scope 3-emissies rapporteert als je de groeiende zakelijke noodzaak wilt begrijpen.
Koolstofboekhouding is alleen zo sterk als de gegevens erachter. Om ervoor te zorgen dat je voetafdruk betrouwbaar en auditklaar is, moeten bedrijven drie dingen controleren:
Voor een diepere duik in het voorbereiden van datasets die door auditors worden geaccepteerd, zie onze gids over het voorbereiden van je financiële gegevens voor koolstofboekhouding.
Het meten van emissies is slechts het startpunt. Zodra je een volledige inventaris hebt, wordt dit de basis voor het stellen van doelen en het volgen van de voortgang:
Voor meer informatie over de verschuiving van meting naar actie, zie onze gids over meer tijd besteden aan koolstofreductie (en minder aan gegevensproblemen), en verken negen praktische decarbonisatiemethoden om de uitstoot van de toeleveringsketen te verminderen.
Voor veel bedrijven wordt handmatige gegevensverzameling en spreadsheets snel onhandelbaar, vooral wanneer Scope 3-categorieën en leveranciersgegevens betrokken zijn.
Platforms zoals Coolset stroomlijnen het proces door te combineren:
Vraag een gratis demo aan om te zien hoe Coolset je CO2-voetafdrukmeting vandaag kan stroomlijnen.
Scope 1 omvat directe emissies van bronnen die een bedrijf bezit of controleert, zoals brandstof die in voertuigen of ketels wordt verbrand. Scope 2 verwijst naar indirecte emissies van ingekochte energie zoals elektriciteit, stoom, verwarming of koeling.
Scope 3 omvat alle andere indirecte emissies in de waardeketen, van ingekochte goederen en logistiek tot woon-werkverkeer van werknemers en end-of-life behandeling van producten.
De GHG Protocol Corporate Standard is de wereldwijde benchmark voor het definiëren en berekenen van emissies. In Europa moeten bedrijven die onder de CSRD vallen ook voldoen aan ESRS E1, terwijl bedrijven die net-zero of kortetermijndoelen stellen vaak de SBTi gebruiken voor geloofwaardigheid. Het volgen van deze kaders zorgt voor consistentie, vergelijkbaarheid en compliance.
Kleinere bedrijven kunnen beginnen met eenvoudige benaderingen, zoals het gebruik van activiteitsgegevens (bijv. brandstofgebruik of elektriciteitsrekeningen) voor Scope 1 en 2, en op uitgaven gebaseerde schattingen voor Scope 3. Dit creëert een initiële voetafdruk die in de loop van de tijd kan worden verbeterd naarmate nauwkeurigere gegevens beschikbaar komen. Klein beginnen is beter dan wachten tot perfecte gegevens beschikbaar zijn.
Bedrijven moeten hun voetafdruk minimaal jaarlijks herberekenen om de voortgang van jaar tot jaar bij te houden. Een herberekening is ook nodig wanneer er significante organisatorische veranderingen plaatsvinden, zoals acquisities, desinvesteringen of grote verschuivingen in de bedrijfsvoering. Dit zorgt ervoor dat de basislijn nauwkeurig en vergelijkbaar blijft.
Leveranciersspecifieke gegevens zijn cruciaal voor het verbeteren van de nauwkeurigheid van Scope 3-rapportage, vooral in categorieën zoals ingekochte goederen en logistiek waar generieke factoren vertekende resultaten kunnen geven.
Door leveranciers direct te betrekken, kunnen bedrijven verder gaan dan schattingen en de werkelijke impact van hun toeleveringsketen vastleggen. In de loop van de tijd helpt deze samenwerking om emissies in de waardeketen te verminderen.
Sustainability reporting 2.0: Market forces, ESG risks and the next five years
Geupdate op maart 24, 2025 - Dit artikel bevat de laatste EU Omnibus updates en is accuraat vanaf maart 24, 2025. De inhoud is herzien om de meest actuele richtlijnen voor ESG-rapportage in Europa te bieden.
Updated on July 25, 2025 - This article references a previous version of the EUDR country risk benchmarking system. On July 9, the European Parliament rejected the proposed classification. We are actively monitoring the latest developments. For the most up-to-date guidance, read our updated article on the EUDR benchmarking vote. In the meantime, assume full due diligence applies across all regions.
Ask our sustainability experts how to integrate your financial data in our platform today.