
Disclaimer: Latest EUDR developments
On 21 October, the European Commission proposed targeted changes to the EU Deforestation Regulation (EUDR). These adjustments aim to make the rollout smoother without changing the regulation’s overall goals.
Key points from the proposal:
We're closely monitoring the development and will update our content accordingly. In the meantime, read the full explainer here.
Er zijn veel redenen waarom bedrijven hun broeikasgasemissies (BKG) over de hele waardeketen moeten rapporteren.
Naast de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de Europese Duurzaamheidsrapportagestandaarden (ESRS), zijn rapportages ook vereist of verwacht onder het Science Based Targets initiative (SBTi), EcoVadis, de aankomende VSME-standaard, ISSB, en GRI.
Daarbovenop kunnen robuuste Scope 1–3 berekeningen bedrijven helpen betere financieringsvoorwaarden te verkrijgen van banken en investeerders.
Een van de grootste vragen waar duurzaamheidsmanagers mee te maken hebben, is hoe die emissies in de praktijk te berekenen: moet je een activiteit-gebaseerde methode, een uitgaven-gebaseerde methode, of beide gebruiken?
Dit artikel legt de twee benaderingen uit, hun sterke en zwakke punten, en hoe je kunt bepalen welke geschikt is voor je bedrijf. Het laat ook zien hoe een hybride benadering Scope 1–3 rapportage kan ondersteunen die zowel compliant als audit-klaar is.
{{custom-cta}}
De activiteit-gebaseerde methode, zoals gedefinieerd door het GHG Protocol, gebruikt gemeten activiteitsgegevens (bijv. liters verbruikte brandstof, tonnen geproduceerd afval, of kWh aangekochte elektriciteit) vermenigvuldigd met een passende emissiefactor.
Volgens veelgebruikte emissiefactor datasets zoals DEFRA (VK), stoot dieselverbranding 2,68 kg CO₂e per liter uit. Dus, als je bedrijf 10.000 liter diesel koopt, vermenigvuldig je dit met de dieselemissiefactor (2,68 kg CO₂e per liter, volgens DEFRA) om de bijbehorende emissies te krijgen.
De uitgaven-gebaseerde methode, ook behandeld in de GHG Protocol richtlijnen, berekent emissies door de financiële waarde van een aankoop te vermenigvuldigen met een sector-gemiddelde emissiefactor uit een economisch input-output database.
Als je bedrijf €100.000 uitgeeft aan IT-apparatuur, vermenigvuldig je dit met een emissiefactor voor "productie van computers en elektronica" om de emissies te schatten.
Let op, de emissiefactor database staat één zoekopdracht toe en daarna moet je een gratis account aanmaken.

Bepaalde GHG Protocol categorieën lenen zich beter voor de ene benadering dan de andere. Bijvoorbeeld, Scope 1 brandstofgebruik en Scope 2 aangekochte elektriciteit moeten altijd activiteit-gebaseerd zijn, terwijl aangekochte goederen en diensten of kapitaalgoederen vaak beginnen als uitgaven-gebaseerd totdat leveranciersgegevens volwassen worden.
De juiste keuze hangt af van de gegevensrijpheid van je bedrijf, leveranciersbetrokkenheid en rapportagevereisten:
Andere beslissingsfactoren zijn onder andere:
Ja. Zowel het GHG Protocol als ESRS E1 erkennen dat hybride benaderingen niet alleen zijn toegestaan, maar ook worden aangemoedigd.
Voorbeeld van een hybride benadering:
Dit zorgt voor een uitgebreide dekking terwijl de nauwkeurigheid wordt gericht waar het het meest nodig is. Bedrijven moeten ook een herberekeningsbeleid instellen, waarbij uitgaven-gebaseerde schattingen worden bijgewerkt met activiteitsgegevens naarmate de betrokkenheid van leveranciers verbetert.
CSRD vereist dat bedrijven rapporteren in lijn met ESRS E1, dat verwachtingen stelt voor datakwaliteit, traceerbaarheid en auditbaarheid. Auditors zullen controleren of emissiefactoren zijn gedocumenteerd, gegevensbronnen consistent zijn en aannames transparant zijn.

Voor financiële teams die duurzaamheidgegevens voorbereiden, bekijk hoe je boekhouding voor duurzaamheidrapportage voorbereidt.
De keuze tussen activiteit-gebaseerde vs. uitgaven-gebaseerde koolstofberekening is niet binair. De meeste bedrijven zullen beide gebruiken, waarbij uitgaven-gebaseerd wordt toegepast voor vroege dekking en activiteit-gebaseerd voor nauwkeurigheid en audit-gereedheid. Onder CSRD is de verwachting duidelijk: beweeg naar leverancier-specifieke, traceerbare gegevens waar mogelijk.
Door te beginnen met uitgaven-gebaseerd en te bouwen naar activiteit-gebaseerd, kunnen duurzaamheidsmanagers voldoen aan de huidige rapportageverplichtingen en tegelijkertijd de basis leggen voor geloofwaardige, toekomstbestendige openbaarmakingen.

De meeste bedrijven gebruiken uiteindelijk een mix van uitgaven- en activiteit-gebaseerde gegevens, maar dat beheren in spreadsheets is rommelig en moeilijk te verdedigen in een audit. Coolset past TÜV-gecertificeerde methodologie toe om beide op één plek te beheren, zodat je CSRD-compliant blijft zonder stress.
Praat vandaag nog met Coolset over je koolstofberekeningsbehoeften.
Laten we enkele van de meest gestelde vragen over koolstofberekeningsmethoden bekijken.
Activiteit-gebaseerd is nauwkeuriger omdat het leverancier-specifieke gegevens weerspiegelt, terwijl uitgaven-gebaseerd op gemiddelden vertrouwt.
Ja, maar ESRS E1 verwacht dat bedrijven de datakwaliteit in de loop van de tijd verbeteren. Uitgaven-gebaseerd is acceptabel als startpunt, maar moet worden aangevuld of vervangen door activiteitsgegevens.
Ja, en dit wordt aangemoedigd door het GHG Protocol. Bedrijven moeten een duidelijk herberekeningsbeleid opstellen om vergelijkbaarheid te waarborgen wanneer methoden veranderen.
Auditors geven de voorkeur aan activiteit-gebaseerd omdat het transparantie en traceerbaarheid biedt. Uitgaven-gebaseerd is moeilijker te rechtvaardigen tenzij ondersteund door robuuste documentatie van emissiefactoren.
Beide benaderingen vereisen emissiefactoren. Uitgaven-gebaseerd vertrouwt op input-output databases, terwijl activiteit-gebaseerd sector- of proces-specifieke datasets zoals DEFRA of ecoinvent gebruikt.
A practical guide to scoping, sourcing and calculating scope data






