Join our live EUDR compliance training sessions with Coolset sustainability experts.
In elk vakgebied zorgt technisch jargon voor verwarring en discussie onder buitenstaanders - waarom kunnen we niet bij simpele termen blijven? Nou, laat ons het uitleggen...
In dit Academy-artikel duiken we dieper in de drie emissiescopes: 1, 2 en 3. Als onderdeel van milieurapportage gebruiken meer dan 95% van de Fortune 500-bedrijven het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) als hun 'gouden standaard'. Het GHG Protocol werd in 2001 ontwikkeld door het World Research Institute en verdeelt broeikasgasemissies in drie scopes.
Dus wat houden deze scopes in, en waarom moet er überhaupt onderscheid worden gemaakt? Zijn niet alle emissies even belangrijk? In het geval van het GHG Protocol is het niet een kwestie van verschillende belangrijkheid die de noodzaak drijft om emissies te classificeren. In dit geval is het eerder het feit dat emissies verschillende oorsprongen hebben. In de volgende paragrafen zullen we scope 1, 2 en 3 uiteenzetten en hun oorsprong ontleden.
Scope 1 emissies zijn directe emissies die een bedrijf op bedrijfsniveau genereert. Dit zijn directe broeikasgasemissies van bronnen die eigendom zijn van het bedrijf. Voorbeelden zijn stationaire verbranding (bijv. brandstof voor generatoren), mobiele verbranding (bijv. brandstof in bedrijfsvoertuigen), energiegebruik ter plaatse, lekkende emissies of procesemissies. Kortom: alles wat het bedrijf verbrandt en verbruikt dat direct broeikasgasemissies produceert.
Scope 2 omvat indirecte emissies van ingekochte energie. Hoewel deze emissies oorspronkelijk elders worden gegenereerd, maken ze nog steeds deel uit van de emissieverantwoordelijkheid van een bedrijf en moeten ze als zodanig worden meegeteld. Uiteindelijk, als het bedrijf de energie niet zou verbruiken, zou deze nooit zijn geproduceerd. Voorbeelden van scope 2 emissies zijn ingekochte elektriciteit, verwarming of koeling. Deze emissies zijn eenvoudig te verminderen door bijvoorbeeld te kiezen voor duurzamere energiebronnen.
Scope 3 omvat alle indirecte emissies in de waardeketen. Voor de meeste bedrijven bestaat hun koolstofvoetafdruk grotendeels uit scope 3 emissies - vaak >90%. Wist je dat voor Nike hun scope 3 impact meer dan 98% van de totale emissies bedraagt?
Deze emissies zijn een gevolg van de activiteiten van het bedrijf, maar komen van niet-eigen bronnen. Dit omvat emissies gegenereerd in de toeleveringsketen, zoals ingekochte materialen, emissies van zakenreizen of afval gegenereerd in de operatie.
Momenteel vereisen EU-regelgeving onder CSRD dat beursgenoteerde bedrijven, banken, verzekeringsmaatschappijen en entiteiten van openbaar belang scope 1 & 2 emissies rapporteren. Waarom is het dan belangrijk om ook scope 3 emissies te meten? In veel gevallen, zoals we bij Nike zien, vertegenwoordigen emissies in de waardeketen de grootste broeikasgasimpact.
Coolset helpt bedrijven inzicht te krijgen in hun emissies - inclusief scopes 1, 2 en 3 met minimale input door gebruik te maken van de nieuwste klimaatwetenschap en machine learning. Benieuwd naar meer? Vraag een demo aan en ontdek zelf hoe we onze klanten helpen impact te maken.
Geupdate op maart 24, 2025 - Dit artikel bevat de laatste EU Omnibus updates en is accuraat vanaf maart 24, 2025. De inhoud is herzien om de meest actuele richtlijnen voor ESG-rapportage in Europa te bieden.
Updated on July 25, 2025 - This article references a previous version of the EUDR country risk benchmarking system. On July 9, the European Parliament rejected the proposed classification. We are actively monitoring the latest developments. For the most up-to-date guidance, read our updated article on the EUDR benchmarking vote. In the meantime, assume full due diligence applies across all regions.
Join our live EUDR compliance training sessions with Coolset sustainability experts.