
Disclaimer: Latest EUDR developments
On 21 October, the European Commission proposed targeted changes to the EU Deforestation Regulation (EUDR). These adjustments aim to make the rollout smoother without changing the regulation’s overall goals.
Key points from the proposal:
We're closely monitoring the development and will update our content accordingly. In the meantime, read the full explainer here.
Deze week, op 20 mei, heeft de Europese Commissie haar langverwachte eerste lijst van landenrisicoclassificaties onder de EU Ontbossingsverordening (EUDR) vrijgegeven, wat een belangrijke mijlpaal markeert in de implementatie van de verordening. De lijst - gepubliceerd via een uitvoeringsbesluit op het Groene Forum van de Commissie - rangschikt elk bronland als hoog, standaard of laag risico voor ontbossing of bosdegradatie, met betrekking tot vee, cacao, koffie, hout, soja, palmolie en rubber.
Het doel van EUDR-risicobenchmarking? De administratieve last verminderen voor landen met een laag risico en bevoegde autoriteiten in staat stellen om effectief toezicht te houden en naleving af te dwingen voor landen die een hoger risico vormen. Echter, de gedachte dat een 'laag-risico' status bedrijven volledig vrijstelt, is misleidend.
In dit artikel zullen we het nieuwe benchmarkingsysteem uiteenzetten en waar elk land zich bevindt. We zullen vervolgens uitleggen wat deze risicobenchmarks betekenen voor due diligence, wat verandert en wat niet.
Onder de EUDR classificeert de Europese Commissie nu elk producerend land in een van de drie categorieën: laag, standaard of hoog risico. Het landenbenchmarkingsysteem is gebaseerd op datagestuurde criteria die zijn vastgelegd in de officiële EUDR-verordening.
De beoordelingscriteria houden rekening met de huidige ontbossingssnelheid in het land, de snelheid van uitbreiding van landbouwgrond voor relevante grondstoffen en productietrends van relevante grondstoffen. Deze beoordeling wordt ondersteund door andere factoren zoals lokale wetshandhaving, bescherming van inheemse volkeren en naleving van wetten zoals de Overeenkomst van Parijs. Dit Commissie Staff Working Document schetst de principes die ten grondslag liggen aan de methodologie, met als doel transparantie, objectiviteit en consistentie te waarborgen.
Het is belangrijk op te merken dat de benchmarklijst dynamisch is. De Commissie zal landen periodiek herzien en bijwerken - met de eerste herziening gepland voor 2026 zodra nieuwe wereldwijde bosgegevens beschikbaar zijn. Een dynamische lijst hoopt landen te stimuleren om de duurzaamheid van hun landbouwproductiesystemen te verbeteren, de impact van ontbossing te minimaliseren terwijl ze werken aan een laag-risico status, terwijl ze tegelijkertijd landen bestraffen die achterblijven. Voor bedrijven betekent dit dat de due diligence-werkbelasting niet in steen gebeiteld is; nalevingssystemen moeten flexibel en responsief blijven voor bijgewerkte risicoinformatie.
{{custom-cta}}
Een van de grootste voordelen van het betrekken van een laag-risico land onder EUDR is toegang tot een vereenvoudigde due diligence-procedure. De wet vereist nog steeds dat exploitanten alle vereiste informatie over hun producten en toeleveringsketens verzamelen - dit is verplicht ongeacht het land.
Voor elke partij grondstof moeten bedrijven details verzamelen zoals de geolocatie van het perceel, leveranciersinformatie en productietijdschema's. Ze moeten ook een due diligence-verklaring indienen om te bevestigen dat het product ontbossingsvrij en legaal is. Geen van deze basisverplichtingen vervalt voor landen met een laag risico.
Het voordeel van sourcing uit een laag-risico land is echter dat de EUDR geen formele risicobeoordelingen of risicobeperkende maatregelen vereist. Met andere woorden, bedrijven hoeven het ontbossingsrisico niet actief te beoordelen of aan te pakken wanneer alle producten uit landen met een laag risico komen - tenzij je nieuwe informatie ontvangt die een probleem of een gegronde zorg suggereert.
Als je een claim ontvangt die niet-naleving van EUDR suggereert, moeten bevoegde autoriteiten worden geïnformeerd en onmiddellijk actie worden ondernomen. De focus voor degenen die uit landen met een laag risico betrekken, ligt dus op het verzamelen van informatie en het bijhouden van gegevens, in plaats van diepgaand onderzoek (aangezien de EU hen al groen licht heeft gegeven).
Bedrijven moeten oppassen dat ze niet zelfgenoegzaam worden met een laag-risico landenbenchmark - laag risico betekent niet geen risico. Er zijn zorgen dat het benchmarkingsysteem omzeiling kan aanmoedigen, waarbij producten worden omgeleid via landen met een laag risico, zodat ze lijken te voldoen aan de regelgeving, ondanks dat ze niet aan alle vereiste due diligence hebben voldaan. Exploitanten moeten alert blijven op dergelijke mogelijkheden en volledige transparantie van hun toeleveringsketen waarborgen, vooral waar vermenging van producten kan plaatsvinden.

Voor de volledige en officiële lijst van landenclassificaties, raadpleeg het Groene Forum van de Europese Commissie.
Als je inkoopt uit landen die als standaard of hoog risico zijn geclassificeerd, verwacht de EUDR het volledige due diligence-proces: algemene informatie, risicobeoordeling en risicobeperking. Naast de standaardinformatie over de toeleveringsketen moeten exploitanten ook het risico beoordelen dat de grondstoffen mogelijk zijn gekoppeld aan ontbossing of zijn geproduceerd in strijd met lokale wetten. Voordat ze op de markt worden gebracht, moet het risico als 'verwaarloosbaar' worden beschouwd. Als je niet alleen op basis van de risicobeoordeling tot een verwaarloosbaar risico kunt concluderen, moeten er risicobeperkende stappen worden ondernomen om het risico tot een verwaarloosbaar niveau te verminderen. Al deze stappen moeten worden gedocumenteerd en weerspiegeld in je due diligence-verklaring.
Voor standaard risicolanden kan een risicobeoordeling het analyseren van landenspecifieke factoren omvatten (bijv. recente ontbossingspercentages, bosbeschermingswetten van landen, bekende corruptieproblemen) en een conclusie van verwaarloosbaar risico met bewijs onderbouwen. Veel bedrijven kiezen ervoor om een risicobeoordelingssjabloon of softwareoplossing te gebruiken om het risico te scoren op basis van land-, grondstof- en leveranciersspecifieke criteria. Als er een niet-verwaarloosbaar risico wordt gevonden, moet het bedrijf het beperken: bijvoorbeeld door leveranciers te verplichten over te schakelen naar een gecertificeerde bron, onafhankelijke audits uit te voeren of zelfs een niet-conforme leverancier te laten vallen.
Voor hoog risicolanden is het volledige due diligence-proces nog strenger. In een land van herkomst met hoog risico is het bijna zeker dat je een bepaald niveau van ontbossingsrisico zult vinden in je risicobeoordeling, dus worden de mitigerende stappen effectief verplicht. Deze mitigerende stappen kunnen onder meer derde-partij audits, het gebruik van geavanceerde tools (bijv. satellietmonitoring) en het verzamelen van extra documentatie omvatten. Ze moeten ook beleid, maatregelen en controles hebben om het risico van non-compliance te beheren (hoofdstuk 2; artikel 11). Hoog risicolanden zullen ook vaker worden gecontroleerd door EU-autoriteiten; wettelijk gezien zal jaarlijks ten minste 9% van de bedrijven die uit hoog risicolanden inkopen, worden gecontroleerd.
Een andere factor die de risicobenchmark beïnvloedt, zijn de compliance-controles - een inspectie die wordt uitgevoerd om te verifiëren dat een exploitant/handelaar aan hun wettelijke verplichtingen onder de EUDR heeft voldaan. Deze controles zullen ten minste 9% van de relevante producten dekken die op de markt worden gebracht of geëxporteerd vanuit hoog risicolanden, 3% voor standaard risicolanden en 1% voor laag risicolanden. Het is belangrijk op te merken dat de eenheid die wordt gecontroleerd de exploitant/handelaar is, niet het productieperceel zelf, hoewel het indirecte validatie van perceelgegevens kan omvatten.
Een compliance-controle richt zich op het verifiëren van de due diligence van een bedrijf. Dit kan omvatten: het beoordelen van de ingediende due diligence-verklaring, het controleren van documentatie, het controleren van traceerbaarheid, het verifiëren van claims en het inspecteren van zendingen.
De 1%, 3% en 9% drempels zijn minimale jaarlijkse inspectiepercentages die voor elk land vereist zijn, afhankelijk van het risico.

De eerste versie van de EUDR-landenrisicobenchmarks is niet zonder kritiek ontvangen. Met slechts vier landen op de hoog-risicolijst in deze eerste instantie - Rusland, Wit-Rusland, Myanmar en Noord-Korea - zijn er zorgen dat het te beperkt is. Deze hoog-risicolanden vormen slechts 0,07% van de EU-import van de gereguleerde grondstoffen, waardoor critici beweren dat de benchmarks enkele van de grootste ontbossingsdrijvers ongemoeid laten.
Landen die bekend staan om tropische ontbossing zoals Brazilië, Indonesië en de Democratische Republiek Congo, zijn geclassificeerd als standaard risico. In de ogen van sommige milieuorganisaties en veel brancheprofessionals ondermijnt dit de geloofwaardigheid van het benchmarkingsysteem.
Mighty Earth, een prominente NGO, bestempelde de nieuwe landenclassificatie als “een farce” en beweerde dat enkele van de “ergste niveaus van ontbossing” wereldwijd plaatsvinden in gebieden die niet in de hoog-risicocategorie zijn opgenomen.
Het toestaan van landen die bekend staan om hun hoge ontbossingsniveaus om de zwaarste due diligence-controles te vermijden, leidt tot speculatie dat de EU mogelijk vriendelijke of strategisch belangrijke landen een gemakkelijkere doorgang heeft gegeven ondanks aanzienlijke ontbossingszorgen.

De laag-risicocategorie is niet vrij van kritiek. Enerzijds hebben Mighty Earth (en anderen) de beoordeling van Canada, Ghana, Papoea-Nieuw-Guinea en Roemenië als laag risico uitgedaagd en de beslissing 'onzinnig' genoemd - omdat ze beweren dat de benchmark duidelijk bewijs van ontbossing, bosdegradatie en illegale houtkap in verband met grondstoffen uit die landen negeert.
Vanuit de branche hebben functionarissen in producerende landen zoals Maleisië (standaard risico) geklaagd dat de EU “voorkeur heeft getoond” voor zichzelf door elke EU-lidstaat een laag-risicolabel te geven, terwijl ontwikkelingslanden meestal standaard risico zijn.
Aan de controverse toevoegend, heeft een groep van 11 EU-lidstaten, waaronder Oostenrijk, Luxemburg, Italië en Finland, opgeroepen tot verdere aanpassingen van de regelgeving. In een document beoordeeld door Reuters, beweren deze landen dat de compliance-eisen te belastend zijn, vooral voor boeren en bosbouwers.
Ze stellen voor om een nieuwe "zeer laag risico" categorie in te voeren, die bepaalde landen zou vrijstellen van douanecontroles en traceerbaarheidsverplichtingen. Dit voorstel is bedoeld om compliance te vereenvoudigen voor landen met een sterke bosbeheer en minimaal ontbossingsrisico. Hoewel de Europese Commissie haar proces verdedigt als data-gedreven, transparant en eerlijk, heeft het – op het moment dat dit artikel werd gepubliceerd – nog niet gereageerd op het laatste voorstel van een 'zeer laag risico' categorie.
Gezien het politieke debat, kunnen compliance-leiders zich afvragen hoe ze de nieuwe landenrisicobenchmarks daadwerkelijk op een verantwoorde manier kunnen gebruiken. We raden aan om de risicobeoordelingen te behandelen als één input in een bredere due diligence-strategie. Hieronder volgen enkele stappen om ervoor te zorgen dat je voldoet aan de EUDR, ongeacht je risico:
Het implementeren van deze veranderingen in je due diligence-systeem klinkt misschien ontmoedigend, vooral voor bedrijven die tientallen leveranciers in verschillende landen beheren. Hier kunnen technologie en automatisering een groot verschil maken. Compliance-platforms zoals Coolset zijn ontworpen om bedrijven te helpen duurzaamheid en due diligence-workflows te stroomlijnen, zodat je je met vertrouwen kunt aanpassen aan de EUDR.
Hier zijn enkele manieren waarop Coolset’s tools de nieuwe EUDR-risicobenchmarkvereisten kunnen ondersteunen, naast eventuele andere EUDR-veranderingen die op ons afkomen:
Coolset’s EUDR-product helpt bedrijven de juiste gegevens te verzamelen, te controleren op ontbossingsrisico en Due Diligence Statements in te dienen zonder leveranciers achterna te zitten of in complexe spreadsheets te werken. Met Coolset kunnen bedrijven product- en ordergegevens importeren uit je ERP, documenten opvragen bij leveranciers en alles op één plek bijhouden. Het systeem markeert ontbrekende of risicovolle zendingen en genereert audit-klare DDS-bestanden die voldoen aan het verplichte EU TRACES-formaat. Het product wordt gelanceerd in augustus 2025. Meld je aan voor de wachtlijst hier.
Voor een dieper begrip van de EUDR-grondbeginselen, bekijk onze EUDR-pagina die een uitgebreide introductie biedt tot de regelgeving, en neem deel aan ons EUDR-webinar in juni.
{{eudr-tool-injectable}}
De EU Ontbossingsverordening (EUDR) benchmarks classificeren producerende landen als laag, standaard of hoog risico voor ontbossing en illegaal landgebruik. Deze categorieën bepalen de diepgang van due diligence die vereist is door bedrijven die zeven bosrisicovolle grondstoffen inkopen: soja, palmolie, hout, cacao, koffie, rubber en rundvlees.
Vanaf mei 2025 heeft de Europese Commissie Wit-Rusland, Myanmar, Noord-Korea en Rusland aangewezen als hoog-risicolanden. Deze landen zijn ook onderhevig aan EU- of VN-sancties. De lijst zal evolueren naarmate er nieuwe ontbossingsgegevens beschikbaar komen.
Hoog risico: Vereist verbeterde due diligence en is onderworpen aan de strengste regelgevende controles (minstens 9% van de exploitanten en importvolume jaarlijks gecontroleerd).
Nee. Exploitanten moeten nog steeds alle vereiste gegevens van de toeleveringsketen verzamelen en bewaren - inclusief geolocatie, leveranciersidentiteiten en productoorsprong - en een Due Diligence Statement (DDS) indienen. Vereenvoudigde due diligence vrijwaart bedrijven alleen van risicobeoordeling en mitigatie, tenzij er nieuwe gegronde zorgen ontstaan.
Je moet volledige due diligence uitvoeren, wat omvat:
Learn everything you need to know about the EUDR due diligence process.







Simplify the path to EUDR compliance by combining traceability, supplier-data collection and documentation in one place.
