Join our three-part live EUDR compliance training sessions with Coolset sustainability experts
De EU Ontbossingsverordening (EUDR) richt zich op zeven van de grootste oorzaken van ontbossing wereldwijd: vee, soja, palmolie, koffie, cacao, rubber en hout. Deze grondstoffen zijn verboden in de EU-handel tenzij ze aantoonbaar ontbossingsvrij en legaal geproduceerd zijn. Samen zijn ze verantwoordelijk voor ongeveer 40% van de wereldwijde tropische ontbossing, grotendeels gedreven door internationale vraag.
Een opvallend voorbeeld is de cacao-industrie in Ivoorkust, waar tussen 2000 en 2019 bosgebied ter grootte van meer dan de helft van Nederland werd vervangen door cacaoplantages.
Met de implementatiedeadlines in zicht (30 december 2025 voor grote en middelgrote bedrijven, 30 juni 2026 voor kleine en microbedrijven) is het begrijpen welke producten gedekt zijn een van de meest urgente compliance-stappen voor operators en handelaren.
Deze gids geeft een overzicht van de productscope van de EUDR, waarom deze grondstoffen zijn geselecteerd, welke producttypen wel of niet onder de verordening vallen en wat dit betekent voor jouw branche. Of je nu handelt in bulk soja of afgewerkte lederen goederen, weten hoe jouw goederen onder de EUDR vallen is cruciaal om vroeg te handelen en voorop te blijven.
De EUDR is van toepassing op zeven belangrijke grondstoffen die verband houden met ontbossing en bosdegradatie:
Deze grondstoffen en een gedefinieerde lijst van producten die ervan gemaakt zijn, mogen alleen in of uit de EU worden verhandeld als ze aantoonbaar ontbossingsvrij en legaal geproduceerd zijn.
Dezelfde regels, ongeacht de grondstof
De verordening past dezelfde due diligence verplichtingen toe op alle grondstoftypen. Of je nu koffiebonen of hout importeert, de due diligence verplichtingen zijn identiek: gegevens verzamelen, risico's beoordelen en beperken, en due diligence verklaringen (DDS) indienen voordat producten op de EU-markt worden gebracht.
Goed om te weten: Een vereenvoudigd due diligence proces kan van toepassing zijn als je inkoopt uit laag-risicolanden op basis van de EU Benchmarking.
Voor producten met meerdere ingrediënten telt alleen de hoofdgrondstof
Elk product wordt gereguleerd onder een enkele Geharmoniseerd Systeem (HS) en Gecombineerde Nomenclatuur (CN) code, bepaald door zijn primaire component of functie. Als een product meerdere EUDR-grondstoffen bevat, is alleen degene die de classificatie bepaalt onderworpen aan due diligence.
Om te bepalen of je producten onder de EUDR vallen, moet je controleren of ze in Bijlage I van de verordening staan. Bijlage I definieert de productomvang met CN-codes (Gecombineerde Nomenclatuur), het officiële productclassificatiesysteem van de Europese Unie.
CN vs HS codes: wat je moet weten
CN-codes zijn 8-cijferige classificaties die in EU-douanesystemen worden gebruikt. Ze zijn gebaseerd op het internationale Geharmoniseerd Systeem (HS), dat 6 cijfers gebruikt. Alle CN-codes beginnen met een HS-code, waarbij de laatste twee cijfers een meer gedetailleerde classificatie geven die specifiek is voor de EU.
Hoewel Bijlage I CN-codes vermeldt, moet je in de due diligence-verklaring de eerste 6 cijfers rapporteren, dat wil zeggen de HS-code.
Hoe productclassificatie werkt
Productclassificatie is gebaseerd op het hoofddoel, materiaal of vorm van het artikel. Deze classificatie bepaalt de douanecode, die op zijn beurt bepaalt of het product onder de EUDR valt.
Een chocoladereep wordt bijvoorbeeld geclassificeerd onder HS-code 1806 (“chocolade en andere voedingsmiddelen met cacao”) omdat cacao het hoofdingrediënt is. Zelfs als de reep palmolie bevat, wordt het niet als een palmolieproduct beschouwd voor regelgevende doeleinden. Due diligence is alleen van toepassing op de cacao.
Ruwe palmolie daarentegen wordt geclassificeerd onder HS-code 1511, die expliciet is opgenomen in Bijlage I, wat betekent dat het volledig binnen de scope valt. Geraffineerde palmolieproducten, zoals bakolie die volledig uit palmolie bestaat, zouden ook onder deze classificatie vallen.
Een stuk zeep gemaakt met palmolie wordt echter geclassificeerd onder HS-code 3401 (“zeep en organische oppervlakteactieve producten”), die niet in Bijlage I staat. Ondanks dat palmolie een ingrediënt is, valt het product zelf niet onder de EUDR omdat de classificatie is gebaseerd op de uiteindelijke vorm en primaire functie, niet op de ingrediënten.
Let op “ex” markeringen in Bijlage I
Ten slotte zijn sommige CN-codes in Bijlage I gemarkeerd met “ex”, wat aangeeft dat alleen een subset van producten onder die code gedekt is, specifiek die afgeleid van EUDR-gereguleerde grondstoffen.
Bijvoorbeeld:
In deze gevallen moeten bedrijven niet alleen de CN-code bevestigen, maar ook of het product is afgeleid van een relevante grondstof.
{{eudr-tool-injectable}}
Alle belangrijke vormen van koffie vallen binnen de scope, groene bonen, geroosterde bonen, gemalen koffie en oploskoffie.
Koffiegearomatiseerde dranken, siropen en snoepjes vallen mogelijk niet binnen de scope als ze anders geclassificeerd zijn en koffie niet het bepalende ingrediënt is.
Sectornuance
Voor koffie is de belangrijkste EUDR-uitdaging operationeel. Leveringsketens omvatten vaak een groot aantal kleinschalige boerderijen, waardoor perceelniveau-geolocatiegegevens moeilijk te verkrijgen zijn, vooral wanneer de gegevens informeel of niet gedigitaliseerd zijn.
Operators moeten nauw samenwerken met exporteurs en coöperaties om deze informatie te verkrijgen en mogelijk investeren in digitale tools of veldondersteuning om deze betrouwbaar te verkrijgen.
Het wijdverspreide gebruik van multi-oorsprong mengsels voegt een tweede laag complexiteit toe. Traceerbaarheidssystemen moeten ervoor zorgen dat partijen geen bonen mengen met en zonder geldige due diligence, vooral omdat inkoopregio's seizoensgebonden verschuiven. Zonder duidelijke scheidings- en documentatieprocessen riskeren bedrijven het zicht te verliezen en niet aan de compliance te voldoen.
Wereldwijde voetafdruk en productiedynamiek
Koffie wordt verbouwd in meer dan 75 landen, waardoor het een van de meest wereldwijd verspreide EUDR-grondstoffen is. Kleinschalige boerderijen zijn goed voor ongeveer 60% van de wereldwijde productie, terwijl middelgrote en grootschalige producenten de overige 40% uitmaken.
Kleinschalige exporteurs zijn geconcentreerd in landen zoals Vietnam, Indonesië, Ethiopië, Colombia en Honduras. Vietnam alleen haalt bijna 95% van zijn productie uit kleinschalige boerderijen, voornamelijk gericht op Robusta koffie (FAO). Gemiddelde perceelgroottes in de meest productieve regio's worden geschat op 1,3 hectare slechts.
Daarentegen zijn grote grootschalige producenten voornamelijk gevestigd in Brazilië, met kleinere concentraties in Colombia, Honduras en Peru. Ze verbouwen doorgaans Arabica koffie op percelen variërend van 10 tot zelfs 10.000 hectare, wat de grote variatie in perceelgroottes laat zien.
Cacao valt volledig binnen de scope van de EUDR. Van rauwe cacaobonen, tot cacaopasta, boter en poeder, tot chocolade en andere voedingsmiddelen met cacao. Als je cacao of chocolade als eindproduct importeert of exporteert, is due diligence vereist.
Producten die slechts kleine hoeveelheden cacao bevatten, zoals met chocolade bedekte koekjes, kunnen onder verschillende CN-codes worden geclassificeerd (bijv. bakkerijproducten) en zijn niet gedekt, zelfs als ze ontbossingsgerelateerde cacao bevatten.
Sectornuance
Voor cacao zal EUDR-compliance waarschijnlijk afhangen van hoe goed bedrijven gefragmenteerde, kleinschalige leveringsketens kunnen traceren, vooral in West-Afrika en Latijns-Amerika. Gegevens op perceelniveau kunnen onvolledig of moeilijk te verzamelen zijn over meerdere lagen, vooral waar leveranciersrelaties indirect zijn.
Snoep- en merkvoedingsbedrijven moeten hun due diligence-inspanningen richten op producten die onder CN 1806 zijn geclassificeerd, aangezien de classificatie niet op ingrediënten is gebaseerd en CN-codes bepalen of EUDR due diligence vereist is.
Wereldwijde voetafdruk en productiedynamiek
Cacaoproductie wordt gedreven door kleinschalige boeren, met meer dan 90% van de boerderijen die minder dan 5 hectare beslaan. Het grootste deel van de wereldwijde voorraad komt uit landen zoals Ivoorkust, Ghana, Nigeria en Indonesië, regio's waar cacaoteelt diep verbonden is met lokale levensonderhoud. Terwijl grootschalige boerderijen slechts een kleine rol spelen in de sector, Brazilië valt op als een opmerkelijke uitzondering, die het grootste deel van de cacao bijdraagt die afkomstig is van grotere operaties
Palmolie wordt gedekt in rauwe en geraffineerde vormen, ruwe palmolie, palmoliepitolie, palmoliekoek, evenals bepaalde palmgebaseerde chemicaliën en industriële derivaten. Deze worden meestal gebruikt in voedselverwerking, cosmetica, detergenten en biobrandstoffen.
Klaar-voor-gebruik consumentengoederen gemaakt met palmolie, zoals zeep of snacks, vallen niet binnen de scope tenzij hun CN-code in Bijlage I staat.
Sectornuance
Voor palmolie ligt de belangrijkste EUDR-uitdaging in de traceerbaarheid voorbij de raffinaderij. Veel EU-kopers kopen in bij geïntegreerde handelaren of raffinaderijen, maar deze faciliteiten aggregeren vaak de aanvoer van tientallen, soms honderden molens, die elk inkopen bij een brede mix van plantages en kleinschalige boeren.
Zonder traceerbaarheid op molen- of plantageniveau riskeren operators niet te voldoen aan de geolocatie- en ontbossingsvrije vereisten van de regelgeving. Zelfs wanneer leveranciers RSPO-gecertificeerd zijn of opereren in laagrisicogebieden, moet de documentatie nog steeds voldoen aan de specifieke datastandaarden van de EUDR.
Bedrijven moeten ook goed letten op productclassificatie: hoewel ruwe en geraffineerde palmoliën duidelijk in Bijlage I staan vermeld, zijn veel downstreamproducten die palmolie bevatten, waaronder margarine, zeep en persoonlijke verzorgingsproducten, dat niet. Dit betekent dat due diligence alleen vereist is voor specifieke grondstofcodes. Verkeerde classificatie kan leiden tot onnodige compliance-inspanningen of over het hoofd geziene juridische blootstelling.
Wereldwijde voetafdruk en productiedynamiek
Ongeveer 60% van de wereldwijde palmolieproductie komt van grootschalige landgoederen, voornamelijk gelegen in Indonesië en Maleisië. Deze plantages variëren doorgaans van 3.000 tot 10.000 hectare in grootte. Het resterende aandeel wordt geproduceerd door kleinschalige boeren in dezelfde regio's, waar het wettelijke maximum voor kleinschalige boerderijen 40 hectare is. In Thailand spelen kleinschalige boeren een nog dominantere rol, goed voor tot 90% van de productie, met gemiddelde perceelgroottes rond 8 hectare
{{custom-cta}}
Soja valt binnen de scope wanneer het verhandeld wordt als bonen, olie, meel en schroot, of sojaschroot. Dit zijn kerningrediënten in de voer- en eetbare oliemarkten.
Afgeleide producten zoals tofu, sojasaus of vleesalternatieven gemaakt met soja vallen meestal buiten de scope, omdat ze onder CN-codes vallen die niet in Bijlage I staan.
Sectornuance
Soja leveringsketens presenteren ook traceerbaarheidsuitdagingen. Inkoop omvat vaak grote grondstofhandelaren en indirecte links naar producenten, met beperkte zichtbaarheid op boerderijniveau. Geolocatiegegevens zijn mogelijk niet direct beschikbaar, vooral wanneer soja wordt geaggregeerd bij crush- of exportterminals. Kopers moeten de traceerbaarheidseisen met leveranciers versterken of overstappen naar inkoopregelingen die EUDR-conforme gegevens bieden.
Het is ook belangrijk om te onderscheiden wat niet binnen de scope valt. Verwerkte voedingsmiddelen die soja bevatten, zoals tofu, sojasaus of plantaardige vleesalternatieven, worden meestal geclassificeerd onder algemene voedselcodes en verschijnen niet in Bijlage I. Producten gemaakt van met soja gevoede dieren (gevogelte, varkensvlees, vis, eieren) zijn ook uitgesloten.
Wereldwijde voetafdruk en productiedynamiek
Brazilië, de Verenigde Staten en Argentinië behoren tot de grootste producenten van soja ter wereld. In deze landen komt meer dan 80% van de productie van grootschalige boerderijen, meestal variërend van 500 tot 5.000 hectare. In Brazilië zijn er echter opmerkelijke regionale verschillen. Terwijl de zuidelijke regio wordt gekenmerkt door kleinschalige boeren met gemiddelde boerderijomvang van ongeveer 35 hectare, wordt het Midwesten gedomineerd door grote landgoederen
Natuurlijk rubber valt binnen de scope, zowel in ruwe vorm als in veel rubberproducten, zoals banden, slangen, riemen en handschoenen, wanneer ze van natuurlijk rubber zijn gemaakt. Rubberproducten zoals synthetische banden of gerecycled rubber zijn niet inbegrepen.
Sectornuance
Voor rubber hangt EUDR-compliance af van twee dingen: of het product is geclassificeerd onder een vermelde CN-code, en of het natuurlijk (niet synthetisch) rubber bevat. Veel vaak verhandelde producten staan vermeld onder “ex” codes in Bijlage I, wat betekent dat ze alleen binnen de scope vallen als ze van natuurlijk rubber zijn gemaakt. Importeurs moeten dit kunnen verifiëren en documenteren.
Traceerbaarheid is een andere kritieke uitdaging. Eindproducten passeren vaak meerdere verwerkers, en natuurlijk rubber wordt meestal geaggregeerd van duizenden kleinschalige boeren. Zonder directe leverancierslinks of upstream traceerbaarheidssystemen kan het verzamelen van conforme geolocatiegegevens op boerderijniveau moeilijk zijn.
Bedrijven die afhankelijk zijn van grote handelaren of vooraf geassembleerde componenten moeten controles opbouwen die ervoor zorgen dat natuurlijke rubberinputs EUDR-uitgelijnd zijn voordat ze worden geïmporteerd.
Wereldwijde voetafdruk en productiedynamiek
Meer dan 85% van het wereldwijde natuurlijke rubber productie komt van kleinschalige boeren, van wie de meesten percelen beheren die kleiner zijn dan 5 hectare, meestal tussen 2 en 3 hectare. Deze kleinschalige structuur is een bepalend kenmerk van de sector, vooral in Zuidoost-Azië, dat goed is voor het merendeel van de wereldwijde export. De belangrijkste producenten en exporteurs zijn Thailand, Indonesië, Vietnam en Maleisië.
Hout wordt breed gedekt onder de EUDR, inclusief grondstoffen zoals stammen en brandhout, halfverwerkte goederen zoals gezaagd hout en panelen, en vervaardigde artikelen zoals houtverbindingen en houten verpakkingen wanneer ze als zelfstandige producten worden verkocht.
Producten gemaakt van niet-houtmaterialen (zoals bamboe of rotan) zijn niet inbegrepen.
Sectornuance
Voor de houtsector zijn veel bedrijven al bekend met legaliteitscontroles van de voormalige EU Houtverordening (EUTR). Maar onder EUDR ligt de lat hoger: producten moeten ook bewezen ontbossings- en degradatievrij zijn. Dit voegt nieuwe complexiteit toe, vooral rond degradatie, wat moeilijker te beoordelen is en zelfs van toepassing kan zijn op selectieve houtkap.
Houtleveringsketens zijn ook sterk gefragmenteerd, vaak met kleine of informele handelaren, wat het moeilijker maakt om geolocatie-tracking en documentatie te behouden.
Operators moeten ook rekening houden met landtype en landgebruiksverleden. Hout kan afkomstig zijn van bossen, plantages of ander bebost land. Een plantage kan acceptabel zijn als deze niet-bebost land verving, maar niet als deze werd opgericht door ontbossing na 2020. Nauwkeurige landclassificatie en historische gegevens zijn cruciaal.
Wereldwijde voetafdruk en productiedynamiek
Industriële, grootschalige operaties vormen 48% van de wereldwijde bosplantages, terwijl niet-industriële plantages ongeveer 26% uitmaken, volgens de FAO. In termen van exportwaarde zijn belangrijke houtproducerende landen Brazilië, China, Duitsland, Canada, de Verenigde Staten, Zweden en historisch gezien Rusland
De EUDR is van toepassing op levend vee, rundvlees, verwerkt rundvlees en leer afgeleid van runderhuiden. Dit zijn enkele van de hoogste risicoproducten vanwege hun link met op weide gebaseerde ontbossing.
Zuivel en afgewerkte lederwaren (bijv. handtassen, schoenen, autostoelen) vallen niet binnen de scope.
Sectornuance
Voor vee vereist EUDR-compliance volledige traceerbaarheid gedurende het hele leven van het dier, niet alleen de laatste boerderij. Operators moeten alle percelen documenteren waar het dier heeft geleefd, van geboorte tot vetmesting en slacht. Dit omvat weide, feedlots en eventuele eigendomsveranderingen. Gedeeltelijke gegevens voldoen niet aan de EUDR-normen, wat een uitdaging vormt in regio's met beperkte boerderijniveau-datasystemen of informele handelspraktijken.
Het is ook belangrijk op te merken dat EUDR niet stopt bij het dier. Het omvat ontbossingsrisico in de voederketen. Als vee werd gevoerd met soja, palmolie of andere in-scope grondstoffen, en dat voer afzonderlijk wordt geïmporteerd en op de EU-markt wordt gebracht, moet het ook worden gedekt door een due diligence-verklaring. Dit maakt het cruciaal voor verticaal geïntegreerde leveringsketens om gegevens te coördineren over zowel vee- als voersystemen, vooral bij inkoop uit hogere risicoregio's zoals Latijns-Amerika.
Wereldwijde voetafdruk en productiedynamiek
Veeproductie is gefragmenteerd over regio's, met aanzienlijke verschillen in boerderijomvang en landgebruik. In Brazilië, dat de wereldleider in export, zijn grootschalige ranches, vaak groter dan 1.000 hectare, gebruikelijk, vooral in de Cerrado-regio. Deze operaties zijn nauw verbonden met ontbossing. In Europa daarentegen vindt veehouderij voornamelijk plaats op kleine tot middelgrote boerderijen. In veel delen van Azië en Afrika, is grootschalige veeteelt zeldzaam; in plaats daarvan domineert kleinschalige landbouw. Deze vorm van landbouw draagt bij aan naar schatting 70% van de bosomzetting in Azië en tot 95% in Afrika. Over het algemeen blijft veeteelt de leidende oorzaak van wereldwijde ontbossing.
Zelfs met een duidelijke Bijlage I-lijst vallen sommige producttypen aan de rand van de EUDR-scope. Deze grijze zones veranderen de regels niet, maar vereisen wel extra aandacht voor classificatie en context.
Samengestelde producten met meerdere grondstoffen
Voor producten die meer dan één EUDR-grondstof bevatten, is alleen de grondstof die de CN-code van het product bepaalt onderworpen aan due diligence.
Verwerkte voedingsmiddelen met kleine hoeveelheden grondstoffen
Veel verwerkte voedingsmiddelen bevatten kleine hoeveelheden EUDR-grondstoffen, maar worden geclassificeerd onder algemene voedselcategorieën die niet in Bijlage I staan. Een koekje met cacaonibs kan bijvoorbeeld onder een bakkerijproductcode vallen, niet als een cacao-item, waardoor het buiten de scope valt.
Producten gemaakt met EUDR-grondstoffen, maar anders geclassificeerd
De aanwezigheid van een in-scope grondstof bepaalt niet de dekking, de classificatie doet dat. Een stuk zeep gemaakt met palmolie (CN 3401) is niet inbegrepen, aangezien zeep niet in Bijlage I staat. Evenzo worden leren handtassen of schoenen meestal geclassificeerd onder afgewerkte goederen codes, niet onder de leer CN-codes die in de verordening staan vermeld.
Gerecycleerde of afval-afgeleide producten
De EUDR is niet van toepassing op producten die volledig zijn gemaakt van gerecycleerde materialen of als afval worden geclassificeerd. Dit omvat herwonnen hout, gerecycled rubber, tweedehands lederwaren of antiek meubilair.
Re-export
Als je een product exporteert dat onder de EUDR valt, zelfs een dat oorspronkelijk door iemand anders is geïmporteerd, ben je nog steeds verantwoordelijk voor ervoor zorgen dat het gedekt is door een DDS. Je kunt verwijzen naar de originele DDS als deze al beschikbaar is.
Verpakking in of uit?
Verpakking valt alleen binnen de scope als het als een product op zichzelf wordt verkocht of op de markt wordt gebracht. Een houten pallet verkocht als verpakkingsmateriaal (CN 4415) moet voldoen aan de EUDR-vereisten. Echter, dezelfde pallet die uitsluitend wordt gebruikt voor het transport van goederen valt niet onder de EUDR.
Of je nu handelt in grondstoffen of afgewerkte goederen, de productomvang van de EUDR bepaalt direct je compliance-verplichtingen. Begrijpen welke van je producten binnen de scope vallen, en waarom, is de eerste stap naar het opzetten van een veerkrachtig, branchespecifiek compliance-proces.
Begin met CN-codeclassificatie
Elk product in je catalogus is geclassificeerd onder een CN (Gecombineerde Nomenclatuur) code. Deze classificatie bepaalt of een product onder de EUDR valt.
Vergelijk je productlijst met Bijlage I: als de CN-code daar verschijnt, valt het product binnen de scope. Als dat niet het geval is, is de verordening niet van toepassing, zelfs als het product cacao, palmolie, leer of soja of een andere gereguleerde grondstof bevat.
Pas je risicobenadering aan op de grondstof
Zodra je weet wat gedekt is, prioriteer waar de risico's en data-uitdagingen het grootst zijn. Elke grondstof brengt zijn eigen leveringsketencomplexiteit met zich mee.
Palmolie kan bijvoorbeeld traceerbaar zijn tot een molen, maar niet tot een plantage; cacao en koffie kunnen afhankelijk zijn van kleinschalige boerderijen zonder digitale perceelgegevens; vee heeft meervoudige locatie-traceerbaarheid en voederverklaringen nodig. Bouw deze twists in je risicobeoordelingen en leveranciersonboarding, niet als bijzaak maar als kernworkflows.
Stel je datagereedheid niet uit
EUDR vereist dat operators gedetailleerde, georeferentieerde informatie verzamelen voor elk product binnen de scope. Dit omvat oorsprongspercelen, oogst- of productiedata, leveranciersverklaringen en rechtvaardiging voor risicobeoordeling.
Dit is geen data die je op het laatste moment kunt samenstellen. Als je werkt met meerdere grondstoffen of inkoopregio's, is vroege planning essentieel.
Coolset kan helpen
Coolset’s EUDR-product helpt bedrijven de juiste data te verzamelen, ontbossingsrisico te controleren en Due Diligence Statements in te dienen zonder leveranciers achterna te zitten of in complexe spreadsheets te werken.
Met Coolset kunnen bedrijven product- en ordergegevens importeren vanuit je ERP, documenten aanvragen bij leveranciers en alles op één plek bijhouden. Het systeem markeert ontbrekende of risicovolle zendingen en genereert auditklare DDS-bestanden die voldoen aan het verplichte EU TRACES-formaat.
Het product wordt gelanceerd in augustus 2025. Meld je aan voor de wachtlijst hier.
Wat is het verschil tussen FLEGT, EUTR en EUDR?
De EUTR (EU Houtverordening) was het vorige kader voor de regulering van houtimport. Het vereiste dat bedrijven aantoonden dat het hout dat ze importeerden legaal was, maar het dekte geen ontbossing of was niet van toepassing op andere grondstoffen. Het was ook alleen van toepassing op hout dat van buiten de EU werd geïmporteerd.
FLEGT is een EU-licentiesysteem waarbij hout dat wordt geëxporteerd vanuit partnerlanden met een FLEGT-overeenkomst als legaal wordt beschouwd. Een geldige FLEGT-licentie vrijwaart de importeur van verdere legaliteitscontroles, maar het is alleen van toepassing op bepaalde houtbronnen.
De EUDR vervangt de EUTR en gaat verder. Het is niet alleen van toepassing op hout, maar ook op vee, soja, palmolie, cacao, koffie en rubber. En het voegt een nieuwe eis toe: producten moeten niet alleen legaal zijn, ze moeten ontbossingsvrij zijn, wat betekent dat ze niet zijn geproduceerd op land dat na 31 december 2020 is ontbost of gedegradeerd.
Wat zijn de EUDR-compliancevereisten?
Hoewel de details variëren afhankelijk van de rol in de leveringsketen, het land van productie en de bedrijfsgrootte, omvat het algemene due diligence-proces:
Valt mijn product binnen de scope als het palmolie bevat?
Alleen als de CN-code is vermeld in Bijlage I onder de palmoliecategorie.
Inbegrepen onder andere:
Niet inbegrepen onder andere:
De belangrijkste test is niet of palmolie aanwezig is, maar of het product onder een CN-code valt die in Bijlage I staat vermeld. Als dat niet het geval is, valt het product buiten de scope.
Wat is de laatste lijst van gereguleerde producten?
De meest actuele lijst van EUDR-gereguleerde producten staat in Bijlage I van Verordening (EU) 2023/1115. Het vermeldt de CN-codes die bepalen of een product binnen de scope valt, gegroepeerd per grondstof.
Je kunt de lijst raadplegen via EUR-Lex. De Europese Commissie kan deze in de toekomst bijwerken, bijvoorbeeld om grondstoffen zoals biobrandstoffen en maïs op te nemen.
Get a practical introduction to the EUDR and its key requirements.
Geupdate op maart 24, 2025 - Dit artikel bevat de laatste EU Omnibus updates en is accuraat vanaf maart 24, 2025. De inhoud is herzien om de meest actuele richtlijnen voor ESG-rapportage in Europa te bieden.
Track shipments, trace origins, and submit due diligence statements - all in one place with the Coolset platform.
Join our three-part live EUDR compliance training sessions with Coolset sustainability experts