Een factor die de stralingsforceringsimpact (mate van schade aan de atmosfeer) van één eenheid van een bepaald broeikasgas beschrijft in vergelijking met één eenheid CO2.
Een factor die de stralingsforceringsimpact (mate van schade aan de atmosfeer) van één eenheid van een bepaald broeikasgas beschrijft in vergelijking met één eenheid CO2.
De in Deel 2 van Bijlage V van Verordening (EU) 2018/1999 genoemde gassen omvatten CO2, CH4, N2O, SF6, NF3, HFK's en PFK's. Deze gassen dragen bij aan klimaatverandering en worden gereguleerd door het Europees Parlement en de Raad.
Learn moreIndirecte emissies verwijzen naar broeikasgasemissies (broeikasgassen) die het resultaat zijn van de activiteiten van een entiteit, maar plaatsvinden bij bronnen die eigendom zijn van of beheerd worden door een andere entiteit. Deze omvatten zowel Scope 2 als Scope 3 broeikasgasemissies.
Learn moreDirecte broeikasgasemissies (GHG) van eigendom of beheerde bronnen.
Learn moreIndirecte broeikasgasemissies door de opwekking van ingekochte elektriciteit, warmte, stoom of koeling.
Learn moreAlle andere indirecte emissies die niet onder Scope 2 vallen. Dit omvat emissies van aangeschafte goederen en diensten, logistiek, productgebruik en afvalverwerking.
Learn more